« Terug naar portal
Klantgericht schrijven
0 Het digitale leersysteem
1 Klantgericht schrijven
2 Voor u gaat schrijven
2.1 Wie is uw klant? Een lezersprofiel maken
2.1.1 Opdracht: schrijven voor de tegenpool
2.2 Wat wilt u bereiken? Het doel bepalen
2.2.1 Opdracht: bereikt u wat u wilt?
2.3 Wat móet de lezer weten? Informatie screenen
2.3.1 Opdracht: de heer De Vries maakt bezwaar
3 Vind de kern
3.1 De kernzin
3.1.1 Opdracht: vind de kernzin
3.2 Bouwen met alinea’s
3.2.1 Opdracht: alinea’s maken
3.3 Tekst structureren met alinea’s
3.3.1 De trechtermethode
3.3.2 De omgekeerde piramide
3.3.2.1 Opdracht: onttrechteren
3.3.3 De chronologische methode
3.4 Blikvangers
3.4.1 Kop of titel
3.4.2 Tussenkop
3.4.2.1 Opdracht: kop en tussenkoppen
3.4.3 Opsommingen
3.4.3.1 Opdracht: opsommen volgens het boekje
4 Schrijf concreet
4.1 Prikkel de lezer
4.1.1 Opdracht: maak het concreet
4.2 Roep een beeld op
4.2.1 Opdracht: maak het visueel
4.3 Ontsmurf
4.3.1 Opdracht: ontsmurfen
4.4 Schrijf begrijpelijke taal
4.4.1 Opdracht: maak het begrijpelijk
4.5 Pas op met voorzetsels
4.5.1 Opdracht: voorzetsels
4.6 Schrijf positief
4.6.1 Opdracht: van negatief naar positief
4.7 Schrijf bondig, maar varieer
4.7.1 Opdracht: zinnen variëren
5 Schrijf actief en persoonlijk
5.1 Schrijf actief
5.1.1 De kracht van actief schrijven
5.1.2 Soms is passief beter
5.1.3 Opdracht: van passief naar actief
5.2 Schrijf persoonlijk
5.2.1 Opdracht: maak het persoonlijk
5.3 Gebieden en vragen
5.3.1 Opdracht: betrek de lezer erbij
5.4 Pas op met naamwoordstijl
5.4.1 Opdracht: laat de werkwoorden werken
6 Schrijf correct
6.1 Aan elkaar of los?
6.1.1 Wanneer een verbindingsstreepje?
6.1.2 Zo herkent u een samenstelling
6.1.2.1 Opdracht: aaneenschrijven
6.1.2.2 Opdracht: uw eigen tekst controleren
6.2 Afkortingen
6.2.1 Opdracht: afkortingen
6.3 Cijfers en getallen
6.3.1 Opdracht: cijfers en getallen
6.4 Engelse woorden
6.4.1 Opdracht: Engelse woorden
6.5 Hoofdletters
6.5.1 Opdracht: hoofdletters
6.6 Werkwoorden
6.6.1 Zwakke werkwoorden
6.6.2 ’t Taxikofschip
6.6.3 Sterke werkwoorden
6.6.4 Smurfenregel
6.6.5 Engelse werkwoorden
6.6.6 Opdracht: uw eigen tekst controleren
7 Schrijven en redigeren
7.1 Neem de tijd
7.2 Schrijf in kleine stappen
7.2.1 Opdracht: een frisse blik
7.3 Uw tekst redigeren
7.3.1 Fase 1: op hoofdlijnen redigeren
7.3.2 Fase 2: gedetailleerd redigeren
7.3.3 Fase 3: leen twee extra ogen
7.3.4 Fase 4: lees uw tekst hardop voor
7.3.5 Opdracht: de puntjes op de i
8 Eindoefening
8.1 Multiple choice vragen
Niet gevonden
Deze cursus is helaas niet gevonden.
Wachtwoord vergeten?
U staat op het punt om dit lesblok te verlaten terwijl uw antwoorden op de vragenlijst nog niet gecontroleerd zijn. Klik hieronder op OK als u het lesblok wilt verlaten, of klik op Annuleren als u de vragenlijst wilt controleren.