3.7 Cijfers en getallen: tel van een tot en met tien.
3.8 Zijn en hebben
3.8.1 Oefenen
3.8.2 Oefening: Zijn of hebben
4 Bezittelijk voornaamwoord
4.1 De familie van vader
4.1.1 Oefenen
4.2 Letters van het Nederlands alfabet
4.3 Woordenschat
4.4 De kant van mijn moeder
4.4.1 Oefenen
4.5 Woordenschat
4.6 Ik kom uit...
4.7 Woordenschat
4.8 Bezittelijk voornaamwoord
4.8.1 Oefenen
4.8.2 Oefening: Bezittelijk voornaamwoord
4.8.3 Oefening: Vul het juiste woord in
5 Vragen en herhalen onderwerp en werkwoorden
5.1 Kennismaken: ik ken jou!
5.1.1 Oefenen
5.2 Woordenschat
5.3 Schrijven
5.4 Oefenen: Vraagzinnen
5.4.1 Oefening: Antwoord geven
5.4.2 Oefening: Onderwerp in een zin
5.4.3 Oefening: Werkwoord in een zin
5.4.4 Woorden in de goede volgorde zetten
6 Vraagwoorden
6.1 Naar de dokter
6.1.1 Oefenen
6.2 Woordenschat
6.2.1 Woordenschat (vervolg)
6.3 Schrijven
7 Tijd en plaats
7.1 Iedereen fietst
7.1.1 Oefenen
7.2 Oefenen
7.3 Woordenschat
7.3.1 Oefening: Welke woorden horen bij elkaar?
7.4 Schrijven
8 Werkwoorden
8.1 Afspreken: Zullen we naar de stad gaan?
8.1.1 Oefenen
8.1.2 Oefenen
8.2 Woordenschat
8.2.1 Extra woorden
8.2.2 Oefenen
9 Lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
9.1 Wonen
9.1.1 Oefenen
9.1.2 Oefenen
9.2 Woordenschat
9.2.1 Extra woorden
9.3 Schrijven
10 Toets - Wat weet ik nog?
10.1 Onderwerp en werkwoord
10.2 Hebben en zijn
10.3 Bezittelijk voornaamwoord
10.4 Vraagzinnen
10.5 Vraagwoorden
10.6 Speciale werkwoorden
10.7 Bijzinnen
10.8 Niet of geen
10.9 Verleden tijd (regelmatige werkwoorden)
10.10 Meerkeuzevragen
11 Extra lessen
12 Nawoord
Niet gevonden
Deze cursus is helaas niet gevonden.
U staat op het punt om dit lesblok te verlaten terwijl uw antwoorden op de vragenlijst nog niet gecontroleerd zijn.
Klik hieronder op OK als u het lesblok wilt verlaten, of klik op Annuleren als u de vragenlijst wilt controleren.